Omdat achtbanen zulke scherpen bochten kunnen maken en op hoge snelheden over de baan racen zijn er een hoop veiligheidsmaatregels waar achtbanen aan moeten voldoen. Een van de belangrijkste veiligheidssystemen is daarom dat een trein nooit mag ontsporen. De trein mag alleen naar voren (of in sommige situaties naar achteren), en dus niet naar link of rechts, of van boven naar onder. De trein moet altijd het spoor blijven volgen. Er zijn om te voorkomen dat iets mis gaat veel veiligheidsregels. Deze moeten ervoor zorgen dat er geen tragedie gebeurt.
De achtbaantrein bestaat uit verschillende onderdelen. Je hebt aan elkaar geschakelde, stevige onderstellen en zogenaamde 'coaches'. Deze coaches zijn een soort van bakken waar de mensen plaats in nemen. In totaal kunnen er meestal vier mensen per coach in twee rijen van twee. Omdat de trein door bochten, loopings, en allerlei andere elementen moet manoeuvreren, moet de trein met verschillende draaipunten worden uitgerust. De verschillende draaipunten zijn:
Om te zorgen dat de trein een bepaalde hoeveelheid zwaarte-energie (de arbeid die een voorwerp in staat is te verrichten als gevolgen van de huidige toestand van het voorwerp) krijgt, wordt deze door de lifthill omhoog getakeld. Zodra het treintje boven is wordt de trein van de ketting ontkoppelt en stort deze naar beneden. Dit zorgt ervoor dat de zwaarte-energie omgezet wordt naar kinetische energie (een vorm van energie die het treintje heeft vanwege de traagheid van massa en is, recht evenredig met de massa en het kwadraat van de snelheid). Andere mogelijkheden om een trein te lanceren kan door middel van magneten, luchtdruk en door middel van een vliegwiel. Meer hierover lees je hier!
Soms komt het voor dat een trein stil komt te staan op de lifthill. Dit kan vanwege een storing zijn of omdat de noodstop wordt ingedrukt. Het komt soms ook voor dat er net iets teveel stress op de kabel staat waardoor hij knapt net als de trein opgetakeld wordt. De trein zou op dat moment weer terug naar onderen rijden. Die gaat dan, afhankelijk van de hoogte dat het treintje al getakeld was, met snelheid naar onder door de bochten en terug het station in rijden. Dit kan gevolgen hebben die mensen het leven kunnen kost, zeker als er een nieuwe trein al staat te wachten. Om dit te voorkomen hebben ze een systeem aangebracht genaamd een anti roll-back systeem. Dit zorgt ervoor dat het karretje niet achteruit kan. Een veiligheidspal valt over een soort trap. Deze houdt de trein vast tijdens een noodgeval.
Aan het einde van een rit moet de trein wel afgeremd worden zodat deze niet nog een keer door schiet. Ook het remmen van de trein kan op verschillende manieren worden gedaan. De meest gebruikte manier is met luchtdruk. In de baan bevinden zich remblokken in de baan en onder de trein remvinnen. De remblokken werken op luchtdruk. Zonder luchtdruk staan de remblokken dicht. Dit is zo gedaan vanwege de kans dat de stroom uitvalt en het besturingssysteem dan ook uitvalt. Dit kan gebeuren als er nog een treintje in de baan zit. Omdat de remmen dicht staan, kan het treintje rustig remmen en veilig tot stilstand komen. Op deze manieren gebeuren er geen ongelukken. Zodra het treint verder moet wordt de luchtdruk toegevoerd en rijd het treintje weer verder.
Steeds vaker worden er voor het remmen magneten gebruikt. Deze magneten zijn permanent en ze werken hetzelfde als de luchtdruk remmen. Alleen zijn het nu magneten die uit elkaar kunnen om het karretje verder te laten rijden. Als ze dicht staan worden de magneten in de trein en rails tot elkaar aangetrokken. Zo komt de trein tot stilstand.
Terug naar overzicht